Met een heerlijk zonnetje werden we vanochtend wakker. Kopje thee, bordje pap en inpakken maar.
Door een prachtig landschap met een breed rivierdal fietsen we verder. We verlaten het rivierdal, en fietsen zeker 2 uur licht omhoog door een kilometers brede vallei.
Er lopen twee mensen rond met twee ezels, en we vragen ons af wat ze er doen. Dat vragen zij zich waarschijnlijk ook af over ons.
Na 30 km stuiteren, de weg bestaat vaak uit wasbord, waarover niet te fietsen is, en waardoor we vaak ons eigen spoor moeten maken door de steenwoestijn, komen we een hutje tegen.
We worden uitgenodigd voor thee, zoals altijd hier, en krijgen er brood, plov en halva bij.
De man vertelt dat de twee mensen die we tegenkwamen goudzoekers zijn, en dat zijn hond vorige week nog ruzie met een wolf heeft gehad. Zoals wel vaker wil hij niets hebben voor het eten, maar we weten hoe weinig de mensen hier hebben, en geven hem wat geld voor zijn kinderen. Dan kan hij het wel aannemen.
Na een steile klim bovenlangs de rivier wordt het tijd om flink te dalen. De weg gaat zo steil naar beneden dat er soms bijna niet te fietsen is.
Bijna 500 meter lager komen we bij de brede rivierbedding van de Bartang rivier, waar nog maar weinig water in staat.
We volgen dit dal tot we een kampeerplek vinden, vlakbij een huisje van een schapenhoeders familie. We slaan deze keer alle uitnodigingen af, rusten wat uit, koken een potje noedels, en maken weer een lekker kampvuurtje.
We hebben vandaag maar 47 km gereden, maar in de Bartang is dat al een aardige inspanning!