Roept Gijs, lichtelijk gefrustreerd dat het niet zo loopt als hij wil. Gekkenwerk! Wanneer we vanochtend vertrekken is het nog maar 30 km naar het eerste dorp in de Bartang, Gudara. De eerste tien fietsen we redelijk lekker weg. Maar dan wordt de weg pas echt slecht.

Steenslag, mul zand, modder, niets blijft ons bespaard, en dat afgewisseld met vele steile klimmetjes. Gudara is opeens ver weg! Ook rijden we tegen een aardige aardverschuivingen op, die er overigens al wel eventjes ligt.

We zijn zeker drie en een half uur bezig met de laatste 20 km, en zijn blij als we er na een steile afdaling eindelijk aankomen, al redelijk aan het eind van ons Latijn.

Natuurlijk worden we weer uitgenodigd, en kijken naar Bayern München tegen Inter Milaan, onder het genot van thee, gebakken eieren en brood. We komen weer wat bij, overhandigen wat somoni’s en gaan weet op pad.

De weg wordt iets beter, tot dat we de laatste klim van de dag op gaan. Het is maar 90 meter, maar als je denkt dat dat niet veel is, dan stel ik voor dat je een keer de Martinitoren beklimt met een fiets van 40 kilo op je rug!
Na 50 buitengewoon uitputtende kilometers bereiken we een dorpje, Rukhck, alwaar we weer worden uitgenodigd. Er wordt weer van alles uit de kast gehaald, thee, koekjes, gebakken eieren, een groot bord met aardappelen met pasta en tomatensalade. We betalen overigens altijd goed voor deze gastvrijheid, we willen niet parasiteren op de lokale gastvrijheid.

De plaatselijke jeugd is overigens zeer geïnteresseerd in Gijs z’n vakantiefoto’s. We zetten de tenten in de tuin op, en liggen er als gebruikelijk weer vroeg in.