Mompelt Martin, wanneer hij hoort dat we door de Bartang Valley terug willen fietsen, tough guys…
Martin is een Zwitser die bij ons in het guesthouse verblijft. Hij is samen met een chauffeur in een Toyota landcruiser op stap. Tough car…
Gisteren was een rustdag. We hebben geprobeerd meer informatie in te winnen over de grens met Kirgizië, maar krijgen geen enkele zekerheid of deze open is, waardoor we besluiten een andere weg terug te nemen.
Mad guys was misschien een betere omschrijving geweest, want een beetje gek moet je wel zijn om door de Bartang Valley te gaan fietsen.
De Bartang Valley is de grootste vallei in de Pamirs, met een lengte van ca 300 km. Er loopt alleen een onverharde weg door heen, voorzover deze niet is weggeslagen door aardverschuivingen of overstromingen. De eerste 150 km zijn bovendien niet bewoond, behalve door een enkele schaapherder.
We werpen nog een laatste blik op wat hier als beschaving geldt, en rijden terug naar de toegang van de vallei, die begint met een desolaat breed plateau, een door de wind kaalgegeselde vlakte, waar we zeker twee uur overheen rijden, omringd door besneeuwde bergtoppen.
Het wegdek bestaat voor een groot deel uit zogenaamd wasbord, korte ribbels die door de stuiterende banden van auto’s zijn veroorzaakt. Daar is bijna niet op te fietsen, zodat we steeds langs de zijkanten van de track moeten rijden, wat knap vermoeiend is.
Daarna wordt de vallei wat nauwer, het blijft prachtig. We leggen 67 km af, en komen alleen aan het begin een auto tegen met mensen die waarschijnlijk planten komen plukken, die gebruikt worden als brandstof.
We zetten de tenten op op een fraai plekje langs een kabbelend riviertje, zetten wat thee, koken een pan noedels met een blikje vlees, en verzamelen uitgedroogde plantenwortels.
Wanneer het even later donker wordt stoken we hier een mooi vuurtje mee, en zien de maan opkomen boven de bergtoppen. Beter wordt het niet!