Het begon vanochtend eigenlijk best wel saai. Soms was dit het uitzicht:
Met wat geluk stond het soms vol met paardenbloemen.
Dan ga je toch een beetje overpeinzen waarom het niet zo opschiet, vooral niet als je de hele dag op en neer gaat. Want wat je naar boven aan snelheid verliest, maak je toch zeker wel weer goed wanneer je weer naar beneden gaat? Nee dus. Neem bijvoorbeeld een afstand van 60 km, die je normaliter met een gemiddelde snelheid van 15 km per uur aflegt, op een gravelweg, want anders ga je wel harder. Dan doe je er 4 uur over. We gaan er even vanuit dat je de helft van de route omhoog gaat en de andere helft naar beneden, en dat je omhoog 10 km per uur gaat, wat met onze kampeeruitrusting nog best wel goed is. Niet dat we die trouwens al nodig hebben gehad. Dan heb je al 3 uur nodig om boven te komen, en zou je de overige 30 km in één uur af moeten leggen, en dat gaat je niet lukken. Aldus mijmerend arriveren we bij een van de vele Mazurische meren.
Volgens de bordjes zouden hier elanden moeten oversteken, maar die krijgen we helaas niet te zien, en de herten ook niet.
Al vrij gauw draaien we weer een gravelpad op, wat we de nodige kilometers zullen volgen.
Door het overigens best wel gemoedelijke Mazurische land rijden we zo verder, veel over oude spoordijken.
Wanneer we genoeg hebben van het gravel steken we een stuk af over een mooie asfaltweg. Maar deze blijkt de hele tijd nogal op en neer te gaan, wat ons ook niet bevalt, en we besluiten toch het originele tracé maar weer te volgen, waarvoor we overigens wel onze fietsen over een steil talud naar beneden moeten zien te krijgen, want het oude spoor ligt hier mooi verdiept in het landschap. Hierdoor hebben we gelukkig wel wat minder last van de wind, die ons al de hele dag flink tegen staat. In een klein moerasje zien we nog een fraaie kraanvogel.
Na 75 km arriveren we in Goldap, op slechts enkele kilometers van de Russische grens, alwaar we een kamer hebben geboekt. Je blijkt hier prima pizza te kunnen eten!