We vertrekken uit ons laatste Tsjechische adres, pension Blanka is ons prima bevallen.
We steken de rivier over en vervolgen onze route langs de linker oever. Het dal wordt steeds smaller en mooier, en na een uurtje rijden we Duitsland in. Wanneer je uit Enschede komt voelt dat toch als bijna thuis.
In Tsjechië waren er al aardig wat fietsers, maar in Duitsland loopt het totaal uit de hand. Immense aantallen fietsers spoeden zich door het overigens fraaie Elbe zandsteengebergte. We zien racefietsers, handfietsers, mountainbikers, driewielers, gravelbikes, fatbikes, bakfietsen en wat al niet meer, alles al dan niet met accu ondersteuning, en met of zonder aanhangwagentjes met honden of kinderen, of misschien wel allebei, en ook nog één ligfietser
Het is een druk dal, waarin je zo’n beetje van kuuroord naar kuuroord fietst, en goed voorzien van horeca en ander vermaak voor de mens, zoals raderboten en veerpontjes, cocktailbars en biergartens, bratwurstkarren en pizzeria’s, kano- en fietsenverhuur, pretparkjes en een miniatuur Elbe Ausstellung, wat wil een mens nog meer!
Maar tussendoor is het ook steeds wel mooi.
In de middag bereiken we Dresden.
Aan het aantal mensen wat er over de Elbe uit staat te kijken kunnen we al inschatten dat het er aardig druk is.
De binnenstad is inderdaad behoorlijk vol.
We fietsen nog even een groot plein op, drinken wat hele dure thee, en rijden verder.
Een paar kilometer voor Meißen vinden we een rustige camping, waar we een trekkershutje betrekken, en eindelijk onze uit Nederland meegebrachte Pasta Carbonara soldaat maken. Het smaakt ook nog best wel.