Al voor 8 uur waren we vanochtend op pad om de AkBaital pas te beklimmen. Het is een klim van meer dan 1000 meter, wat we op zich nu wel gewend zijn, maar het is ook nog eens 76 km naar de top, op 4560 meter, en dat samen is wel een beetje ver. We fietsen door een eindeloze hoogland woestenij, in alle kleuren bruin die je maar kunt verzinnen.
Het landschap is verlaten en indrukwekkend. Hoe verder we komen, hoe rustiger het wordt, we passeren nog een kleine nederzetting, daarna is er niets meer. Er is bijna nergens water, dus als we wat vinden vullen we onze flessen wel bij.
Bij een oude begraafplaats spreken we een groep Engelse motorrijders. Hun Kirgizische gids verteld ons ook dat de grens sinds kort weer open is. Goed nieuws!
Wat later fietsen we tientallen kilometers langs een stevig hek. Het blijkt de Chinese grens te zijn! Wanneer er verderop een stuk van het het kapot is kunnen we het niet laten.
We laten ook nog snel even een symbolisch protest horen!
De pas wordt ons te ver. Ook de hoogte speelt ons parten, en na 68 km vinden we een kampeerplek, op 4330 meter hoog. We zijn er al vroeg, en genieten van de rust en het uitzicht.
Een paar uur later komt er nog een fietser langs, Alec, die we kennen uit ons laatste hostel. Hij is al 7 maanden onderweg, en heeft er nog lang niet genoeg van! En zo kamperen we nu samen onder een heldere en steeds kouder wordende hemel.
Morgen beginnen we met de echte klim, want hoewel we vandaag meer dan 750 meter hebben geklommen was het voornamelijk vals plat. Dat wordt nog wel anders!