In Cochrane heb ik een rustig dagje. Wat voorraad inslaan, beetje lezen, uitrusten.
Donderdag vertrek ik uit Cochrane voor de laatste etappe van 230 km, dat gaat hier wel een paar dagen kosten.
Dorpen of winkels ga ik niet tegenkomen, dus ik ben voorzien van 2 pakjes noedels, 250 gr macaroni, 3 zakjes tomatensaus, 4 blikjes vis en kip, een ruime voorraad havermout, melkpoeder, suiker, cacao, 3 rollen koekjes, ruim voldoende theezakjes, een restje honing en wat jam, 14 plakken kaas en één gesneden brood. Dat moet genoeg zijn.
Echt mooi weer is het niet, maar het kan hier ook slechter. Op de bomen groeien hier fraaie korstmossen en bijzondere oranje paddenstoelen. Darwin’s golfballen worden ze hier genoemd. Ik neem er wat van mee, ze schijnen eetbaar te zijn.
Halverwege de rit zit mijn bril wat scheef. Als ik hem recht zet breekt valt hij in diverse onderdelen uit elkaar, en moet ik op zoek naar mijn reservebril, die ik gelukkig wel bij me heb.
Na de gebruikelijke rit langs bergen, rivieren, meren en watervallen kom ik na 76 km aan op camping La Risquera. Thijs is er al. Er staat een knus huisje, waarin we kunnen overnachten.
Ik maak pasta met kip en paddestoelen. Ze smaken eigenlijk nergens naar, dat weet ik dan ook weer, maar ik heb het wel overleefd!
Woensdag miezert het weer, maar we vertrekken toch. Er moet een boot worden gehaald op maandag! De miezer gaat al gauw over in echte regen. Na een km of 30 volgt een stevige klim. Naarmate mate het hoger wordt houdt het op met regenen, maar daar wordt het helaas niet beter van. De regen gaat namelijk over in natte sneeuw.
Na de klim en de bijbehorende afdaling arriveer ik in Caleto Yungay.
Thijs is er al, en we wachten ruim twee uur in een café tot dat de boot gaat. Ze hebben er gelukkig thee en sopaipillas, een soort zoet brood.
Na de overtocht van bijna een uur fietsen we nog een uurtje door, en slaan dan onze tentjes op aan de oever van de Rio Bravo. Het is een prachtig plekje.
Zaterdag vertrekken we voor de laatste 80 km. Het is bewolkt, maar overwegend droog. Er volgen al gauw drie stevige klimpartijen, en ook nog af en toe een bui. Als ik de bordjes moet geloven wordt het nu echt steil.
Dat klopt, en ik moet geregeld afstappen om een stukje te lopen.
Tussen groene valleien en wit glinsterende bergen fiets ik verder. Na 50 km is er een camping met een hutje om in te slapen, met zelfs een kacheltje er in!
’s Nachts loeit de wind naargeestig hard door het dal, en ik ben blij dat ik niet in mijn tentje lig.
De eigenaar vertelt me de volgende ochtend dat alle fietsers hier een boom planten, dus dat doe ik ook, voor ik weer vertrek.
Het is nu zondag, ik heb nog 30 km te gaan, en het is prachtig weer.
Na een fraaie rit arriveer ik eindelijk in Villa o’ Higgins, het officiële einde van de Carretera Austral.
Hier kom ik er achter dat de kabel van mijn voorderailleur nog maar een paar draadjes over heeft, dus die moet ik vervangen. Hij heeft het ruim 32000 km uitgehouden, dus daar kan ik niet echt over klagen. Gelukkig heb ik reservekabels mee!
Voor auto’s en motoren is er hier maar één weg, en dat is terug. Voetgangers en onverschrokken fietsers kunnen hier naar Argentinië doorsteken, via twee veerboten en een stuk fietsen en lopen.
Dat ga ik morgen doen, samen met o.a Toni en Franz, en nog een aantal andere fietsers, die allemaal in hetzelfde hostel verblijven. Jeff kookt een heerlijke rijst met rendang, wat er na de afgelopen drie dagen goed ingaat. We vertrekken morgen al om 6 uur ’s ochtends. Ik ben benieuwd!
Gefeliciteerd met het halen van deze mijlpaal!
Gefeliciteerd Frans met het behalen van deze mooi beschreven stevige route. Ben benieuwd n/h vervolg.
Onze reis op d zuidelijke wereldhelft is net begonnen.