Na relatief droge nacht gaat de tocht verder langs de “Voie verte”, een tot fietspad omgebouwde spoorweg.
Bij Cluny houdt deze spoorweg op en wordt het heuvelachtiger tot aan Macon. Onderweg ontmoet ik nog 2 Nederlanders die deze kant op gaan, en gezamenlijk fietsen we verder, onder meer door een tamelijk natte en lange tunnel.
Reinder heeft wat problemen met zijn GPS, en besluit samen met Harmien met mij mee te fietsen totdat we de Saone kunnen oversteken. De eerste brug blijkt alleen voor auto’s toegankelijk, zodat we langs de rivier verder fietsen over een pad dat daar niet zo erg geschikt voor is. Na een paar kilometer door de modder ploegen vinden we de volgende brug, en nemen we weer afscheid van elkaar. Van twee Belgen heb ik gisteren gehoord dat je wat flinke stijgingen kunt omzeilen door het onverharde pad langs de rivier te nemen. Goed te doen, zeggen ze, maar wel wat plassen.
Dat kun je wel zeggen inderdaad, en af en toe moet ik toch echt mijn toevlucht nemen tot de verharde weg.
Dat had deze auto misschien ook beter kunnen doen..
Maar het is wel mooi fietsen zo. Af en toe vliegt er een hop een stukje mee en in de hooilanden zitten kwartelkoningen te roepen.
Na 50 km gravel en plassen is het wel mooi geweest, Lyon komt morgen wel. Ik koop een blik zuurkool en een blik witte bonen, beiden met worst, en strijk neer op de eerste camping die ik kan vinden. Het dagmenu bestaat hier uit tosti en friet. Ik houd het bij witte bonen en zuurkool. Met worst.