Soms heb je van die termen die je alleen zelf gebruikt, of alleen in kleine kring. Zo weet Nanneke precies wat ik bedoel als ik het over Slowaakse fietspaden heb. Die kom ik hier niet tegen, tot nu toe volgt de route bijna alleen keurige asfaltwegen.
Na een vroege start, om de warmte een beetje voor te zijn, daal ik na een kilometer of 30 het dal van de Creuze in.

Het is nog een steile klim om er ook weer uit te komen. Het wordt ondertussen nog best wel warm, en het landschap wordt wat heuvelachtige en bosrijker.

In een kerkje vind ik wat verkoeling, en kan ik weer een stempel zetten in mijn caminostempelkaart.

Iets na twaalf uur heb ik al bijna 60 km afgelegd, en kom ik aan in het historische stadje La Souterraine. Eigenlijk zijn alle stadjes hier overigens wel historisch!

Ik laat me er een plat du jour goed smaken, en ga op zoek naar een bankje in de schaduw. Die kan ik zo gauw niet vinden, maar in een wat verder gelegen dorpje zak ik dan toch neer onder een lommerrijke linde en houd ik een lange siësta.

Ik heb dan al meer dan 900 hoogtemeters afgelegd, en ben al aardig vermoeid. Na een poosje kan ik wel weer verder, en fiets ik door Bénévent-l’Abbaye. Er is hier een pelgrimsherberg, waar het binnen nogal warm en benauwd is, en waar ik alweer de enige ben.

Ik doe wat inkopen en besluit nog vier kilometer door te fietsen naar Marsac, waar ik ook op de camping de enige gast ben. Het is er in elk geval een stuk minder benauwd.

Op de camping doe ik mijn fietskleding in de Nepalese wasmachine, wat eenvoudigweg betekent dat je er mee onder de douche gaat staan totdat ze weer schoon zijn, en ga ik een rustige avond tegemoet.
Morgen wordt het nog warmer en wordt er onweer verwacht, en de 88 kilometer vielen me zwaar vandaag. Misschien ga ik toch maar wat vroeger op de dag op zoek naar een gite de pelerinage!