Wat? Twee wielrenners gebaren me af te stappen, en weten me te vertellen dat de pas waaraan ik zojuist begonnen ben is afgesloten. Ben ik speciaal vroeg opgestaan voor de eerste pas, toch zo’n 700 meter klimmen, blijkt er een vrachtwagen met olie gekanteld te zijn. Het schoot met lekker op. Nu was het me wel al opgevallen dat er veel brandweer en politie langs was gekomen. De wielrenners wijzen me op een alternatieve route, waarvoor ik maar een paar honderd meter terug hoef te fietsen. Zo sta ik even later aan het begin van de Col de Carabès, die hoger en vooral steiler is dan de pas die ik in gedachten had.

Dat wordt even zwoegen. Het wordt toch nog aardig warm, en ik heb ruim anderhalf uur nodig om boven te komen.

Maar het uitzicht onderweg is mooi, en ik kom ook nog langs de bron van de Drôme.

Boven rust ik wat uit en eet wat. Aan het eind van de afdaling, ook weer over prachtige bergweggetjes, moet ik aardig omrijden om weer op de route naar Gap te komen.

Weer terug op de route zijn de winkels dicht, en trakteer ik mijzelf op een Sandwich Maxi.

Aldus aangesterkt vervolg ik de weg naar Gap, waar ik om een uur of vier aankom. Na een uurtje rust (ik val in slaap op een lekker bankje) besluit ik nog tot Chorges door te fietsen. Ik heb meer dan 1200 hoogtemeters gemaakt, en de laatste 20 kilometers vallen me zwaar. Morgen nog zo’n 75 km en dan ben ik er!