Na een zwoele nacht begin ik vanochtend met een veerpontje over de Moezel, dat gelukkig wel voor 10 uur ’s ochtends vaart.
Na een paar kilometer langs de Moezel kom ik bij de monding van de Saar uit.
De rest van de dag zal ik de Saar stroomopwaarts volgen. Niet dat er veel stroming in zit overigens, ook de Saar is ruim voorzien van stuwen ten behoeve van de scheepvaart.
Het lijkt een makkelijk dagje fietsen te worden.
Mooie stadjes,
Aardige doorkijkjes,
Wat wil je nog meer?
Nou, iets koeler weer zou wel lekker zijn. De temperatuur stijgt tot ongeveer 30 graden, en naarmate de tocht vordert is er steeds minder schaduw.
Eerlijk gezegd wordt het ook steeds saaier, en de laatste 15 km voor Saarbrucken zijn voornamelijk interessant voor liefhebbers van industrieel erfgoed.
Ondertussen neemt de frequentie van mijn pauzes toe, en ben ik steeds vaker op een bankje te vinden alwaar het zweet mij tappelings langs het gelaat stroomt.
Na 100 km strijk ik neer op de camping van de kanoklup van Burbach, een weinig inspirerende voorstad van Saarbrucken, samen met nog vijf andere fietsers.
Ik had vandaag al veel moeite met de hitte, en zie op tegen de komende dagen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling, ik doe dit wel voor mijn lol!
Ik besluit dus mijn reis af te breken, en boek voor een paar euro een Deutschlandticket voor de rest van de maand. Ik zit morgen dus in de trein in plaats van op de fiets. Hopelijk doet de airco het een beetje!