Gisteren lag ik er al vroeg in. Met het melancholieke geluid van het dwergooruiltje en het gefluit van de nachtegalen viel ik snel in slaap. Ook weer gewekt door de vogels stond ik vroeg op, om voor dat de warmte weer toe zou slaan, de eerste klim achter de kiezen te hebben.
Langs de Chassezac ging het vlot omhoog, maar na 15 km bleek ik nog maar 180 meter te zijn gestegen.
Daar zou snel verandering in komen. De komende kilometers gingen een stuk langzamer, maar ik steeg wel een stuk sneller. Na bijna over een vos heen te zijn gereden bereikte ik na 4 uur bergopwaarts te hebben gestoempt het voorlopige hoogtepunt, 1050 meter, vlak voor het dorpje La Bastide. Hier ging ik ook de waterscheiding over, en volgde ik vervolgens 20 km lang het dal van de Alliers.
Na de lunch volgde een nieuwe klim, naar het hoogste punt van de reis, 1250 meter. Door de hoogvlakte van de bovenloop van de Loire ging het verder, met in de verte de oude vulkanen van de Cantal in zicht. Het weer zag er dreigend uit, maar regen heb ik niet gehad.
De route voerde flink wat kilometers over de hoogvlakte, die zoals de meeste hoogvlaktes wel hoog was, maar niet bepaald erg vlak. Ik kom door allerlei uitgestorven dorpjes, waar de grote oorlog nog die van 1914 tot 1918 was.
De laatste 15 kilometers fietste ik vorstelijk over een voie verte, een tot fietspad geconverteerde spoorweg, die ruim voorzien was van de nodige tunnels. Ik kom er niemand tegen.
Er ben sowieso al 2 dagen geen fietsers tegen gekomen, en dat terwijl ik de eerste dagen er toch wel wat heb gesproken. Wanneer ik ze vertelde dat ik de zware variant van de tocht ging doen, werd ik meewarig aangekeken en succes gewenst, maar ja, langs de Rhone heb ik vorig jaar al gereden! Na in totaal 1760 meter klimmen en wat minder dalen strijk ik na ruim 120 km neer in Le Puy en Velay, en zet mijn tentje neer tussen die van alle Camino lopers. Het was weer een prachtige en welbestede dag.