Na mijn tocht naar de Alpen was het tijd voor een wat lichtere tocht, samen met Nanneke. Van 8 tot 16 augustus reden we de Tour de Bourgogne en Vélo. Met de kampeer uitrusting op de fiets reden we bij elkaar zo’n 734 kilometer over het Franse platteland.
Het grootste deel van de tocht liep langs allerlei kanalen en soms een stukje rivier
Naar schatting zijn we ongeveer 76543 sluisjes gepasseerd, het kunnen er ook wat minder zijn geweest, maar zoveel leken het er wel.
Af en toe was er een mooie vogel te zien, zoals deze kwak.
Ook werden we soms vergezeld door wat beverratten, of staken er wat amerikaanse rode rivierkreeftjes over.
Campings waren nog wel te vinden, maar voor een kopje koffie of een broodje moesten we soms een flink eind doorfietsen.
Het merendeel van de café’s en bakkerijen bleek namelijk nogal permanent gesloten te zijn.
Het was een mooie tocht, maar af en toe wel wat eentonig door het grote aantal kilometers langs eindeloze kanalen. De laatste twee dagen reden we voor de afwisseling door eindeloze wijngaarden.
Helaas waren de druiven nog niet rijp.
” Naar schatting zijn we ongeveer 76543 sluisjes gepasseerd, het kunnen er ook wat minder zijn geweest, maar zoveel leken het er wel. ”
Tja, ik heb ze nooit geteld, die sluisjes, maar het zijn er beslist minder.
Zou je ze willen tellen dan zoek je het overigens makkelijker in zo’n kanalen-boek op, zo’n boekwerkje voor de (plezier)vaart … de sluizen zijn overigens makkelijk genummerd dus stuk voor stuk aftellen hoeft niet eens.
Verder heb ik juist erg goede ervaringen met die kanalen: Er is altijd wel een kampeerplekje (zonder wifi, dat dan weer wel), en er is prettige koelte en ook maar zelden een kale tegenwind. In vroeger tijden was het nogal eens een avontuur: is er een jaagpad, is het befietsbaar en gaat het door, inmiddels is ongeveer ieder interessant kanaal van een voie verte voorzien — dat heeft zo z’n voordelen, maar ook het nadeel dat je niet meer die ene fietser bent.