De dag begint meteen met een klim van ongeveer 700 meter.

Die valt overigens best wel mee, mede dankzij de aanwezigheid van voldoende horeca onderweg, waar ik mijn ontbijt wat kan aanvullen.

De koeien hier hebben overigens best wel vervaarlijke horens!

Onderweg spot ik zowaar nog een iberische klapekster, een soort die nieuw voor mij is.

Na een paar uur ben ik boven, bij het voor de pelgrims symbolisch belangrijke ijzeren kruis.

Hier schudt men symbolisch de aardse lasten van zich af door een meegenomen steen neer te leggen, maar men laat er ook veel andere aandenkens achter.

Er volgt een mooie afdaling naar de stad Ponferrada, waar ik wat inkopen voor de lunch doe.

Er is een prachtig kasteel, wat je ongetwijfeld kunt bezoeken, maar waar je ook omheen kunt fietsen, wat ik dus doe.

Voor de boodchappen kom ik in een gigantisch winkelcentrum terecht, met een carrefour waar ik bijna in verdwaal, en die ik wat later uitloop,  met niet meer dan een pond kersen en wat yoghurtjes.

Na Ponferrada probeer ik nog zo lang mogelijk door te fietsen, om morgen wat minder omhoog te hoeven fietsen, maar na 80 kilometer trek ik het niet meer, het wordt me te warm.

Ik zie dat het eerstvolgende dorp, Villafranca del Bierzo, gelukkig maar anderhalve kilometer verderop is.

Ik boek er een kamer, en een vliegticket voor de terugreis op vrijdag 4 juli. Het is nu maandag, en het is nog ruim 200 kilometer ver,  met één pas van bijna 1500 meter hoog. Dat moet toch lukken!

Je kan misschien ook genieten van:

Ontdek meer van

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder