En negen maanden winter. Zo wordt het klimaat in centraal Spanje wel omschreven: ‘nueve meses de invierno, tres meses de infierno’. En het is nu geen winter! Mijn herberg serveert gelukkig al om zes uur het ontbijt, zodat ik alweer de zonsopgang kan meepakken. Wat er dan te zien is, dat moet je maar afwachten.

Het wordt een tamelijk vlakke en saaie etappe. Het ziet er overwegend zo uit:

Of zo:

Soms staat er ook een boom:

Ook kruis ik nog een kanaal:

De wandelcamino loopt vandaag grotendeels paralel aan mijn route, en dus ook langs de weg. Ik moet er niet aan denken!

Tijdens de lunch in Sahagún kom ik een Duitse jongen tegen die me vertelt dat hij de Spaanse camino nu al voor de zesde keer fietst. Waarom? Omdat hij geld en tijd genoeg heeft! Wat zouden jullie daarvan zeggen?

Na 97 kilometer boek ik een bed in een herberg in Bercianos del Real Camino, een dorpje waar werkelijk helemaal niets te doen is, en laat dat nu precies zijn wat ik de rest van de dag van plan ben!
Ondertussen stijgt de thermometer weer naar ruimschoots boven de 30 graden, wat de kwaliteit van mijn plan toch maar weer bevestigt.